Kent je dat moment dat je een onbedwingbare trek hebt in zoet? Het overkomt ons allemaal. Of het nu die middagdip is of een emotionele gebeurtenis, je hunkering naar zoetigheid lijkt soms sterker dan jezelf. Maar waar komt deze drang vandaan en hoe kun je het beheersen? In dit blog duik ik in de achtergrond achter de trek in zoet tijdens de overgang en krijg je praktische inzichten om hiermee om te gaan.
Trek in zoet tijdens de overgang
Onbedwingbare trek in zoet. Herken je dat? Die voortdurende drang naar zoetigheid. Het lijkt wel alsof je hongergevoel is veranderd nu je in de overgang bent.
Deze drang kan te wijten zijn aan de hormonale veranderingen die je lichaam doormaakt. De manier waarop je lichaam voedsel verwerkt, verandert ook tijdens deze fase. Dit komt doordat naast de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron, verschillende andere hormonen een rol spelen.
Hormonen en trek in suiker
Verschillende hormonen spelen een cruciale rol bij onze trek in zoet.
Insuline, helpt bij het reguleren van je bloedsuikerspiegel, kan een schommelende bloedsuikerspiegel veroorzaken die leidt tot een plotseling verlangen naar suiker.
Ook het hormoon ghreline, dat je hongergevoel reguleert, kan de drang naar zoet versterken.
En leptine is verantwoordelijk voor het signaleren van verzadiging aan je hersenen. Als dit hormoon niet goed functioneert, kan dit leiden tot een aanhoudend hongergevoel, met als resultaat trek in zoet voedsel.
Bloedsuiker
Laten we eerst inzoomen op suikers. Ze vormen de brandstof die je lichaam nodig heeft om goed te functioneren. Voor je hersenen is suiker, in de vorm van glucose, zelfs de enige bron van energie.
Suikers zijn enkelvoudige koolhydraten en kunnen direct afkomstig zijn uit voedingsmiddelen zoals snoep, koekjes, gebak, frisdrank en fruit. Maar ze kunnen ook door het lichaam gemaakt worden uit complexe koolhydraten, die je vindt in voedingsmiddelen zoals volkorenbrood, zilvervliesrijst, noten, aardappelen, granen en groenten.
Het bijzondere aan suikers is dat ze razendsnel worden opgenomen in je bloedbaan wat leidt tot een piek in je bloedsuikerspiegel. Hierdoor worden ze vaak ‘snelle koolhydraten’ genoemd. In tegenstelling tot deze snelle variant moeten complexe koolhydraten eerst worden afgebroken voordat ze in je bloedbaan terechtkomen. Dit proces duurt aanzienlijk langer.
Eiwitten zijn net als complexe koolhydraten belangrijk om een schommelende bloedsuikerspiegel te voorkomen. Ze zijn lastiger te verteren en ze vertragen de afgifte van koolhydraten waardoor je je langer voldaan voelt en je bloedsuikerspiegel stabieler blijft.
De stijging van je bloedsuikerspiegel activeert je alvleesklier om insuline af te scheiden. Aan de buitenkant van elke cel in het lichaam zit een receptor, een soort ‘uitkijkpost’ voor insuline. Zodra die insuline ziet langskomen in het bloed, geeft hij een seintje aan de cel wordt de deur geopend om bloedsuiker binnen te laten. Dit zorgt ervoor dat suiker (glucose) uit je voeding wordt opgenomen in je lichaamscellen en niet achterblijft in je bloed.
Op deze manier verlaagt insuline de bloedsuikerspiegel tot een normaal niveau.
Het is belangrijk dat het niveau van glucose in je bloed binnen bepaalde grenzen blijft. Te lage bloedsuikerspiegels kunnen leiden tot zwakte en vermoeidheid. Maar aan de andere kant kan een te hoog suikergehalte schadelijk zijn voor je lichaam. Dit verhoogt het risico op diabetes type 2.
Dit verklaart waarom mensen met diabetes hun suikerniveaus nauwlettend in de gaten moeten houden en medicatie nodig hebben om dit onder controle te houden.
Energiedip
Het komt vaak voor dat, door deze reactie op insuline, je bloedsuikerspiegel daalt tot onder het normale niveau. Met als gevolg een energiedip, waarbij je je moe en futloos voelt. Hierdoor krijg je honger en verlang je naar suikerrijke snacks. Dan herhaalt het proces zich.
Een hoog suikergehalte, met name in suikerrijke voedingsmiddelen, kan leiden tot energiedips en slechte slaap, door een sterk schommelende bloedsuikerspiegel.
Als er onvoldoende insuline wordt afgescheiden en er suiker achterblijft dan wordt overtollige suiker naar je lever en vetcellen getransporteerd, waar het wordt omgezet in vet.
Om dit te voorkomen is het essentieel om je suikerinname te beperken. Het verminderen van suikerinname heeft niet alleen voordelen voor je gewicht, maar kan je ook kalm en opgewekt houden. Als je bloedsuikerspiegel stabiel is ben je minder vatbaar voor ‘cravings’ en heb je minder trek in zoet.
Trek in zoet tijdens de overgang
Tijdens de overgang kunnen vrouwen moeite hebben om honger van andere emoties te onderscheiden. Dit komt doordat het vrouwelijke hormoon oestrogeen het limbische systeem beïnvloedt. Dit systeem is betrokken bij emoties, stressregulatie, geheugen, lust en motivatie. Door de daling van oestrogeen kan dit systeem stress en emoties minder goed reguleren.
Bovendien kan stress leiden tot een verhoogd verlangen naar zoet, omdat suiker de aanmaak van ‘feelgood’ neurotransmitters zoals serotonine kan stimuleren.
Onze emotionele toestand kan ook van invloed zijn op onze trek in suiker. Stress kan leiden tot een verhoogde productie van cortisol, het stresshormoon. Dit leidt tot een schommelende bloedsuikerspiegel en vergroot het verlangen naar zoetigheid, omdat suiker een snelle bron van energie is.
Bovendien is het makkelijk om troost te zoeken in zoet voedsel wanneer je emotioneel onrustig bent en je niet lekker in je vel zit. Het eten van suikerrijke snacks kan tijdelijk een gevoel van comfort bieden, maar kan ook leiden tot schuldgevoelens en een vicieuze cirkel van emotioneel eten.
Een schommelende bloedsuikerspiegel lokt opvliegers en nachtelijk zweten uit. Je bloedsuikerspiegel stabiel houden helpt om minder last te hebben van opvliegers en een gezond gewicht te behouden.
10 Tips om je trek in zoet onder controle te houden
Gelukkig zijn er genoeg opties om onze drang naar zoet onder controle te houden. Een gebalanceerd dieet met voldoende vezels, eiwitten en gezonde vetten helpen je om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden en schommelingen te verminderen. Het vermijden van sterk bewerkte voedingsmiddelen en het kiezen voor volwaardige voeding die je een voldaan gevoel geeft draagt ook bij aan het verminderen van verlangen naar zoet.
Het herkennen van emotioneel eten en het ontwikkelen van een gezonde leefstijl, zoals meditatie, beweging of het uiten van emoties, kan helpen om de drang naar zoetigheid te verminderen.
1. Slaap voldoende
2. Eet regelmatig en eet genoeg
3. Vermijd tussendoortjes
4. Zorg voor voldoende rust tussen de maaltijden
5. Eet met aandacht
6. Herken je honger
7. Beweeg voldoende
8. Zorg voor voldoende ontspanning
9. Manage je stress
10. Eet een combinatie van complexe koolhydraten en eiwitten bij elke maaltijd
Tot slot
Het handhaven van een stabiele bloedsuikerspiegel heeft meerdere voordelen, niet alleen tijdens de overgang, maar voor mensen van alle leeftijden. Een gebalanceerde bloedsuikerspiegel helpt je ook om je energieker en minder vermoeid te voelen.
Het kan helpen om opvliegers te verminderen, je risico op gezondheidsproblemen te verlagen en je algemene welzijn te verbeteren.
Kortom, hevig verlangen naar suiker tijdens de overgang is niet ongebruikelijk. Begrijpen hoe je lichaam reageert op suiker is daarom essentieel om de drang naar zoetigheid onder controle te houden. Door bewuste keuzes te maken in je voeding en leefstijl, kun je niet alleen je gewicht beheersen, maar ook je welzijn verbeteren.
Krijg je geen grip op eten (en dus op sporten, slapen en je goed voelen – het hangt allemaal met elkaar samen!) en vind je het lastig om een eerste stap te zetten.
In het werkboek ‘Gezond eten tijdens de overgang’ vind je makkelijke tips, oefeningen en recepten om aan de slag te gaan.
Wil je leren wat eten met je doet met jouw lichaam en hoe je vervolgens eenvoudig en gemakkelijk beslissingen neemt in je eetpatroon waardoor je je goed voelt?
Bestel het werkboek ‘Gezond eten tijdens de overgang’ via onderstaande button.